Ik heb altijd gelijk (Willem Frederik Hermans, 1951)

Toen Willem Frederik Hermans in 1951 zijn derde roman Ik heb altijd gelijk publiceerde in het tijdschrift Podium, werd er al snel klacht ingediend tegen hem. In het boek zou hij de katholieken beledigd hebben. Het hoofdpersonage doet namelijk een aantal antiklerikale uitspraken zoals “De katholieken! Dat is het meest schunnige, belazerende, onderkruiperige, besodemieterende deel van ons volk! Maar die naaien er op los! Die planten zich voort! Als konijnen, ratten, vlooien, luizen. Die emigreren niet! Die blijven wel zitten in Brabant en Limburg met puisten op hun wangen en rotte kiezen van het ouwels vreten!” De Podium-aflevering werd in beslag genomen, waarna de roman Ik heb altijd gelijk in boekvorm verscheen. Er volgde een rechtszaak.

Hermans won de rechtszaak door op de autonomie van de tekst zelf te wijzen. De beledigende woorden kwamen uit de mond van zijn personage en dienden binnen de context van de roman gezien te worden, waardoor er geen sprake kon zijn van opzettelijk kwetsen.


Bibliografie

Bronnen

Hermans, Willem Frederik. Ik Heb Altijd Gelijk. Amsterdam: Van Oorschot, 1962.

Literatuur

Goedegebuure, Jaap. Nederlandse literatuur 1960-1988. Amsterdam: De Arbeiderspers, 1989.

Mathijsen, Marita. Boeken onder druk: censuur en pers-onvrijheid in Nederland sinds de boekdrukkunst. Amsterdam: Amsterdam University press, 2011.